Autodieven hebben de blik weer gericht op de auto. Dit maakt autoverzekeraar Interpolis bekend op zijn Autodiefstal Barometer.
Het is zelfs zo dat het aantal auto-inbraken gedurende de eerste vijf maanden gemiddeld met zo’n 33 procent hoger lag dan in dezelfde periode vorig jaar.
Het is opvallend dat het niet alleen gebeurd in de Randstad maar ook de grensregio’s zijn vertegenwoordigd in deze cijfers.
Oorzaken van de autodiefstallen
De barometer van Interpolis toont aan dat er maar liefst een toename van 18 procent is van diefstal van de auto in de eerste vijf maanden van 2022. Verder namen de inbraken in auto’s toe. Met andere woorden spulletjes die we in de auto laten liggen!
Het lijkt Corona gerelateerd. Mensen en dus ook autodieven gaan weer vaker op pad. Ook zien verzekeraars dit in de toename van het aantal woning inbraken. Corona hield ons thuis en dat is nu niet meer het geval.
Welke provincies?
In alle provincies behalve in Flevoland (-35%) en Friesland (-15%) Amsterdam en Rotterdam voeren de top aan. Echter ook in Groningen, Amersfoort en Maastricht duidelijk meer inbraken door autodieven.
Wat is de lievelingsauto van autodieven
Hier spelen factoren als type, leeftijd van de auto een rol, mar ook waar de auto staat geparkeerd. Ook is het aantrekkelijk voor de dief als er duidelijk zichtbaar spullen van waarde in de auto liggen.
De merken: Volkswagen, met name de Polo en de Golf, Toyota de RAV4 en BMW , auto’s uit de drie serie zijn het meest aantrekkelijk. Een stijger is het merk Landrover.
Hoe inbraak te voorkomen
Geen spullen zichtbaar in de auto
registreren van kostbare spullen
Hoe auto diefstal te voorkomen?
Zet je wielen tegen de stoeprand
Graveer je kenteken in de autoruiten
Zorg dat je je kentekenplaten vastschroeft
Mee weten over verzekeren van auto’s en de preventie mogelijkheden die u zelf kunt treffen of die door de verzekeraar worden geëist? Neem dan eens contact op met ons
Aansprakelijkheid bedrijven door Europese wet leidt tot zorgen
Geplaats op: 8 februari 2022
Nieuwe Europese wet leidt tot zorgen over mogelijk vergaande aansprakelijkheid bedrijven
Kopzorgen bij Europese bedrijven. De Europese Commissie presenteert namelijk waarschijnlijk op 23 februari haar voorstel waarin de Europese zorgplicht voor productieketens centraal staat. Enerzijds wordt een Europese regeling toegejuicht, want het voorkomt de lappendeken aan nationale wetten die nu aan het ontstaan is. Tegelijkertijd zijn er zorgen over te vergaande aansprakelijkheid bij de Europese wet, zo schrijft het FD.
De scherpste randjes, zoals persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders, zou er na een lobby van het bedrijfsleven af zijn. Ook lijkt de verantwoordelijkheid van bedrijven af te nemen bij elke laag die ze afdalen in de productieketen. Toch is het volgens insiders nog steeds spannend met welk voorstel de Commissie precies gaat komen.
Tot twee keer toe terug naar de tekentafel
De Europese Commissie studeert al lange tijd op regelgeving die misstanden in productieketens, zoals dwangarbeid en illegale houtkap, moet tegengaan. Maar de Raad voor regelgevingstoetsing van de Europese Commissie stuurde het stuk tot tweemaal toe terug naar de tekentafel. Naar verluidt was het bezwaar dat de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te hoog zouden worden. Maar nu zetten de betrokken Eurocommissarissen Didier Reynders (justitie) en Thierry Breton (interne markt) door, zo lieten ze onlangs weten aan ongeduldige Europarlementariërs. Enkele details zijn al naar buiten gedruppeld. Zo zou de regelgeving niet gaan gelden voor bedrijven tot 250 werknemers, meldde nieuwssite Politico vorige week. Voor bedrijven met 250 tot 500 werknemers gelden de regels alleen als ze in risicosectoren zitten, zoals mineralen en grondstoffen uit gebieden met militaire conflicten en mensenrechtenschendingen, onthulde Politico in hetzelfde artikel.
In totaal moeten straks zo’n tienduizend Europese bedrijven onder de regelgeving vallen, vertelden Reynders en Breton tijdens een beraad met Europese volksvertegenwoordigers enkele weken terug. In ons land adviseert de SER aan het kabinet om te beginnen met bedrijven met meer dan duizend werknemers, om de grens dan stapsgewijs te verlagen.
Tot hoever reikt de aansprakelijkheid van bedrijven?
Een regeling voor persoonlijke verplichtingen en aansprakelijkheden van bestuurders was iets waar het Europarlement op aandrong, maar waar het bedrijfsleven mordicus tegen is. Het lijkt er niet op dat die voorkomt in het Commissie-voorstel. Tot hoe diep in de productieketen de verantwoordelijkheid van een bedrijf reikt, is een ander punt van debat. Volgens het bedrijfsleven geldt: hoe dieper je gaat, hoe minder invloed je hebt. In Duitsland, een van de landen die niet meer op Brussel wilden wachten en alvast eigen wetgeving invoerden, geldt de onderzoeksplicht voor de hele keten. Maar de verplichtingen gaan minder ver als het om indirecte toeleveranciers gaat.
De Brusselse wet zal naar alle waarschijnlijkheid bepalen dat de onderzoeksplicht afneemt naarmate je verder terug de keten in gaat. Dat is ook wat het bedrijfsleven wil. De werkgevers maken zich daarnaast hard voor een sectorale aanpak, daarin gesteund door vakbonden. Dat wil zeggen dat bedrijven samen optrekken om misstanden in productieketens aan te pakken. Wat ze tot slot belangrijk vinden is dat de regels ook gaan gelden voor bedrijven van buiten de EU die producten exporteren naar de interne markt.
Meer schoorsteenbranden door groeiende populariteit houtkachels dit najaar, volgens Univé
‘Onervaren stokers die energienota willen drukken vaak onbewust van brandrisico’s’
Regio
Dalende temperaturen en stijgende energieprijzen brengen steeds meer Nederlanders aan het stoken van hout. Diverse media meldden gisteren dat de haard of houtkachel in toenemende mate wordt gezien als goedkoop alternatief om de energierekening te drukken. Volgens Univé groeit daarmee ook de kans dat de brandweer de komende maanden aanzienlijk vaker zal moeten uitrukken voor een schoorsteenbrand.
In 2020 vonden volgens Univé gemiddeld bijna vijf schoorsteenbranden per dag plaats. Nu het stoken van een gezellig en bovenal warm haardvuur aan populariteit wint om tegen een lagere prijs het huis te verwarmen, is het volgens Erik Dokter, manager Verzekeringsbedrijf bij Univé, zeker denkbaar dat meer branden zich zullen voordoen de komende tijd. ‘Wanneer mensen die jarenlang niet of zelfs nog nooit hun kachel hebben gebruikt, ineens en zonder behoorlijke voorbereiding intensief gaan stoken, kan dat snel tot onveilige situaties leiden.’
Schoorsteenvegen
Om dat te voorkomen drukt Dokter haard- en kachelgebruikers allereerst op het hart hun schoorsteen vóór het stoken goed te laten vegen. ‘Wie schoon, veilig en dus verantwoord wil stoken, laat het rookkanaal minstens eens per jaar goed schoonmaken. Op die manier wordt niet alleen de creosoot, de aangekoekte laag onverbrande deeltjes aan de binnenwand van de schoorsteen, verwijderd. Maar ook droge blaadjes, takjes en andere naar binnen gewaaide troep die de luchtafvoer kan blokkeren en snel in de brand vliegt. Zou hierdoor een schoorsteen, centraal in een woning gelegen, vlamvatten, dan kunnen de gevolgen al snel rampzalig zijn.’
Top 3-brandoorzaak
Bewust of onbewust wordt dit risico volgens Dokter nogal eens over het hoofd gezien, waardoor het stoken van een haard of kachel jaarlijks tot de top 3 brandoorzaken in Nederland behoord. ‘Met name mensen die niet regelmatig hun haard gebruiken denken niet automatisch aan het nut en de noodzaak van een schoon rookkanaal, laat staan de wijze waarop hun houtkeuze en stookmethode van invloed zijn op het schoon houden ervan. Voor onervaren stokers is het daarom belangrijk dat ze zich goed verdiepen in het veilig gebruik van hun haard of kachel, voordat ze het vuur aanmaken.’
Brandveilige woonomgeving
Brandveiligheid is een thema dat veel aandacht krijgt bij Univé. ‘Als coöperatie proberen we onze leden te helpen bij het realiseren van een veilige woonomgeving, waarbij we nadrukkelijk nadenken hoe we brandrisico’s kunnen voorkomen en beperken,’ legt Dokter uit. ‘Behalve het faciliteren van schoorsteenreiniging, hebben we in diverse regio’s gratis rookmelders uitgedeeld en denken we momenteel na hoe we haardgebruikers met een rieten dak kunnen helpen veilig te stoken. Met zulke initiateven hopen we bij te dragen aan de brandveiligheid thuis en bewustwording daarvan.’
‘Inefficiënt en ongezond’
Doorlopend hout stoken om het gasverbruik terug te dringen raadt Dokter overigens af. Enkele uren voor de gezelligheid kan geen kwaad, maar zeker bij een open haard wordt de luchtkwaliteit in huis er bij langdurige verbranding van hout er volgens hem vaak niet gezonder op. ‘Daarnaast is hout stoken als hoofdverwarming vanwege het grote warmteverlies niet erg efficiënt. Bovendien slaat de thermostaat sneller uit, waardoor andere vertrekken in huis niet meer worden verwarmd door de gasverwarming, aldus Dokter, die tipt dat een warme trui en een paar pantoffels ook al wonderen kunnen doen om de energienota omlaag te brengen.
Verzekeraar: geen verhoogd brandgevaar, wel duurdere reparaties
Vliegen (deels) elektrische auto’s eerder in brand dan voertuigen met een verbrandingsmotor? Nee, zegt verzekeringsmaatschappij Allianz. Het bedrijf geeft wel aan dat de kosten van schade hoger zijn bij elektro-auto’s dan bij benzine- en dieselauto’s.
Allianz Duitsland dook in de schadegevallen en -claims van elektro-auto’s en anders aangedreven modellen. het bedrijf liet zijn onderzoekers van het Allianz Center for Technology alle schadegegevens uit 2018, 2019 en 2020 uitpluizen. De experts concluderen dat de elektrische auto’s gemiddeld hogere reparatiekosten dan verbrandingsmotoren hebben. “De elektro-auto’s lijden echter gemiddeld niet meer schade dan auto’s met benzine- of dieselmotoren”, zo geeft Allianz Duitsland aan het Duitse vakblad Automobilwoche aan. “Maar de reparaties zijn vaak duurder.”
Extra kosten
Volgens Allianz zijn de gemiddelde schadelasten in de cascoverzekering hoger voor stekkerauto’s. Bij een volledig elektrisch aangedreven auto liggen de kosten gemiddeld 10% hoger. Bij een plug-in hybridemodel liggen de kosten zelfs 50% hoger. Na een aanrijding zijn de reparatiekosten van puur elektrische auto’s gemiddeld 30 procent duurder. Allianz geeft aan dat een deel van de extra kosten in de manuren zit om de auto’s af en op te bouwen.
Brandgevaarlijk?
Aangezien een brandende elektro-auto geregeld in het nieuws komt, omdat het blussen gecompliceerder is, bekeek de verzekeraar ook de brandgevallen van elektrische modellen. De onderneming concludeert dat het brandrisico van elektrische auto’s niet groter dan dat van een verbrandingsmotor. Het blussen van een brandende elektro-auto duurt echter langer.
Terugroepacties
In de afgelopen jaren werden tal van eigenaren van elektrische modellen en plug-in hybridemodellen opgeroepen de batterij van hun auto niet op te laden, wegens voorvallen met brand tot gevolg. Opel roept op om de Ampera-e niet direct naast het huis of andere auto te parkeren. Verschillende merken hebben tezamen al enkele honderdduizenden bezitters van een stekkerauto opgeroepen naar de dealer te komen voor het vervangen van het accupakket. Recent werden de batterijen van onder andere de Ford Kuga PHEV, Kia Niro, Opel Ampera-e en Chevrolet Bolt vervangen en worden ook modellen van Tesla aan branden gerelateerd.
Miljarden dollars
De kosten van een dergelijke terugroepactie zijn enorm. Voor de ruim 140.000 exemplaren van de Chevrolet Bolt en Opel Ampera-e bedraagt het kostenplaatje al 1,8 miljard dollar. De nieuwe accu’s voor de Kona bedraagt een verliespost van 900 miljoen dollar. Overigens komt de brand bij slechts een fractie van de getroffen auto’s voor, maar worden uit voorzorg alle auto’s gelinkt aan het euvel.
Woninginbraken hoger na versoepeling coronamaatregelen
Geplaats op: 14 juni 2021
Woninginbraken
Het aantal woninginbraken is de afgelopen twee maanden met ruim een derde toegenomen, blijkt uit berekeningen van de InbraakBarometer waar De Telegraaf over schrijft. Volgens de barometer van verzekeraar Interpolis werd tussen 31 mei en 6 juni 351 keer ingebroken, tegen 258 inbraken tussen 12 en 18 april.
De toename is volgens de Nationale Politie een op een terug te voeren op het versoepelen van de coronamaatregelen. Er waren fors minder inbraken in de periode dat we zo veel mogelijk thuis moesten blijven, zei projectleider woninginbraak Sybren van der Velden in het NOS Radio 1 Journaal. “Toen de avondklok was ingesteld, nam het aantal woninginbraken zelfs met 60 procent af. Bij versoepelingen zagen we meteen een stijging, nu dus ook weer.”
In het hele land
De avondklok werd op 28 april geschrapt. Halverwege mei kwamen daar nieuwe versoepelingen bij, met onder meer de heropening van sportscholen en een langere openingstijd voor terrassen. Sinds 5 juni mogen bijvoorbeeld ook musea en bioscopen weer bezoekers ontvangen.
“We zien het aantal inbraken in het hele land wel toenemen”, zegt Van der Velden. “Soms met 5 procent, maar er zijn ook plekken met 25 tot 30 procent meer inbraken.” Omdat de versoepelingen nog vers zijn, is het volgens hem moeilijk te zeggen of de toename van het aantal inbraken gekoppeld is aan bepaalde regio’s.
Huurwoningen
Wel kan Van der Velden zeggen dat in huurwoningen vaak vaker wordt ingebroken dan in koopwoningen. “Die hebben vaak minder goed hang-en-sluitwerk. Dus die woningen zijn meer in trek.”
Verder speelt het mooie weer van de afgelopen tijd mee, waardoor mensen meer buiten zijn. “En de vakantieperiode zit eraan te komen, dan zien we altijd wel een stijging. Dus alertheid is geboden. Zorg dat je huis goed achterblijft, ook al ben je maar even weg.”
zijn er voor jou. Van maandag 8 februari tot en met vrijdag 12 februari. Kijk en luister elke dag naar de meest interessante experts over weerbaarheid, productiviteit én vitaliteit. Stel zelf je schema voor de Motivatie Dagen samen en neem gratis deel aan de onderdelen die jij interessant vindt! Hoe vitaal zijn jouw werknemers?
Verbond ziet hardere zakelijke markt als normale reactie
Geplaats op: 23 oktober 2020
Het Verbond van Verzekeraars heeft met Adfiz en de VNAB richtlijnen opgesteld voor prolongaties in de zakelijke markt. Om de verontwaardiging bij klanten over de sterke premieverhogingen weg te nemen, is er ook overleg met riskmanagersvereniging Narim, al is de verharding volgens het Verbond van verzekeraars niet meer dan een normale reactie na 15 ‘zachte’ verzekeringsjaren. Vier vragen over de premiestijgingen.
Makelaars en bedrijven staan op hun achterste benen vanwege de harde opstelling van verzekeraars. Wat zijn nu precies de redenen om forse verhogingen door te voeren?
“Allereerst is het een normaal onderdeel van de marktwerking: vraag en aanbod. In de zachte markt van de afgelopen jaren zijn de resultaten van verzekeraars onder druk komen te staan, door lage premies en oplopende schadelast. In diezelfde periode zijn de beleggingsresultaten ook gekelderd, als gevolg van lage rentes en overvloed aan kapitaal. Een van de gevolgen ervan is dat verzekeraars zich hebben teruggetrokken uit bepaalde marktsegmenten of zich soms zelfs helemaal uit de Nederlandse markt hebben teruggetrokken (al dan niet ingegeven door herverzekeraars), met als gevolg verdere verschraling van de markt. Uiteindelijk concurreren verzekeraars, net als hun klanten, op basis van scherpe premies en voorwaarden.”
En die premies zijn nu dus gewoon wat minder scherp aan het worden?
“Ruim 15 jaar lang was de marktpositie van de bedrijven – de vraagkant – sterk, waardoor premies en voorwaarden onder druk stonden. In de coassurantie is dit veelal ook een internationale markt, waarop Nederlandse verzekeraars een beperkte invloed hebben. Door allerlei ontwikkelingen is de markt gekanteld en hebben de verzekeraars een sterkere marktpositie gekregen. Dat levert een correctie op in prijzen en voorwaarden. Premies zijn gedurende de zachte markt meerdere jaren gedaald. Ook geldt bijvoorbeeld dat na 50% korting op de premie 100% verhoging nodig is om weer op hetzelfde premieniveau te komen, nog afgezien van inflatie.”
“In de regel normaliseert het vanzelf weer, maar wat in 15 jaar is opgebouwd, is niet binnen 1 jaar gecorrigeerd. De wereld verhardt nu eenmaal. In de tussentijd is dat voor de betreffende bedrijven vervelend. In extreme zin het niet meer willen verzekeren van bepaalde bedrijven, sectoren of risico’s meestal mede het gevolg van oplopende risico’s door te weinig aandacht voor veiligheid en preventie; indicatoren voor toekomstige oplopende schadelast die zelfs tegen (zeer) hoge premies niet meer verzekerbaar zijn. Met hogere premies en meer preventie (en vooruitzicht op minder toekomstige schades) wordt de Nederlandse verzekeringsmarkt vanzelf weer aantrekkelijker en normaliseren de marktcondities zich. Het is een internationaal spel van vraag en aanbod.”
Is er ruimte voor overleg met Narim en intermediairpartijen?
“Verzekerbaar maken en houden is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van verzekeraar, makelaar en klant. Om nu alvast een stap in de goede richting te doen voor het verbeteren van de verzekerbaarheid en klanttevredenheid op de zakelijke markt, hebben we, verbond van verzekeraars, samen met Adfiz en de VNAB uitgangspunten en begeleidende richtlijnen op hebben gesteld voor het prolongatieproces 2021. Met de nieuwe richtlijn, waardoor er meer tijd en betere informatie is, kunnen deze partijen adequater tot een verzekeringsoplossing komen en een afspraak maken over verlenging. Verder hebben wij regelmatig contact met Narim en zitten we ook vrijdag weer samen met hen aan tafel. In februari 2021 evalueren we de nu lopende prolongatie om voor komend jaar tot verdere verbeteringen te komen.”
“Bovenstaande antwoorden geven aan dat het niet zozeer een harde opstelling is, maar grotendeels een normale reactie en een marktcorrectie. Verzekeraars hebben ook begrip voor de moeilijke situatie waarin delen van het bedrijfsleven door covid-19 verkeren. Daarom worden regelingen getroffen voor bedrijven in liquiditeitsproblemen via het Raamwerk zakelijk, is veel coulance betracht voor nevenactiviteiten en leidt een lagere omzet op delen van de verzekeringsmarkt tot minder te betalen premie. Maar ook verzekeraars bereiden zich voor op verslechterende marktomstandigheden. Daarbij lopen verzekeraars het risico op wanbetaling, terwijl de verzekeringsdekking al die tijd gewoon doorloopt. Verzekeraars zijn ook gevoelig voor slechte economische omstandigheden. Minder bedrijven en minder omzet, betekent ook voor hen minder (premie)omzet, terwijl bedrijven mogelijk ook minder investeren in veiligheid en preventie waardoor de kans op toekomstige schade toeneemt.”
Adfiz, de branchevereniging van onafhankelijk financieel adviseurs, roept op in een publicatie om “in een hoger tempo dan het geval is” oplossingen te zoeken voor onverzekerbaarheid. “Zeker nu onverzekerbaarheid breed als probleem wordt erkend.”
Adfiz wijst daarbij naar een publicatie van dagblad Trouw over de onverzekerbaarheid van recyclebedrijven. “Maar deze publicatie staat niet op zich. Er worden steeds vaker Kamervragen gesteld over onverzekerbaarheid, media hebben volop aandacht voor de problemen waar diverse sectoren mee kampen en het Verbond van Verzekeraars heeft een themapagina op haar website gelanceerd.”
Faillissement
In het artikel in Trouw wordt uitgebreid ingegaan op de maatschappelijke gevolgen van het faillissement van recyclebedrijven. “Niet zelden is zo’n faillissement het gevolg van een forse brandschade. Op het moment dat het recyclebedrijf niet verzekerd is, blijkt een faillissement in veel gevallen onafwendbaar én draait de maatschappij op voor de schadeposten zoals sanering en milieuschade. Het Verbond meldt in het Trouw-artikel dat enkel OOM Verzekeringen nog nieuwe polissen afsluit voor deze sector. “Dit sluit nauw aan bij de signalen die wij van adviseurs krijgen”, aldus Adfiz. “Dat het aantal afvalbranden te hoog is en dat er in een hoger tempo werk gemaakt moet worden van preventie is voor ons geen punt van discussie. Echter: dat verzekeraars recyclebedrijven en adviseurs in deze transitiefase laten bungelen, is niet aanvaardbaar. Als Adfiz blijven we hierover in gesprek met het Verbond en individuele verzekeraars.”
Kamervragen over verzekerbaarheid agrarische sector
Naar aanleiding van een publicatie in De Groene Amsterdammer zijn Kamervragen gesteld over de verzekerbaarheid van de pluimvee- en varkenshouderijen. In deze publicatie noemde Adfiz deze sectoren praktisch onverzekerbaar. In antwoord op vragen van SP-Kamerlid Futselaar geeft minister Schouten aan dat het afsluiten van een brandverzekering niet wettelijk verplicht is en dat verzekeraars steeds strengere veiligheidseisen stellen. De Minister juicht deze aanpak toe omdat zo risicogebaseerd de brandveiligheid wordt versterkt.
Premiestijgingen in zakelijke markt lopen op tot 37%
Slechts één of zelfs geen verzekeraar
“Uiteraard zijn wij ook een groot voorstander van de toename van brandveiligheid”, stelt Adfiz. “Tegelijkertijd gaat minister Schouten veel te makkelijk voorbij aan het gebrekkige verzekeringsaanbod voor de agrarische sector. In veel gevallen is er slechts één of zelfs geen verzekeraar die het risico überhaupt wil overwegen. Adviseurs en hun klanten zijn daarbij volledig zijn overgeleverd aan de eisen van die ene verzekeraar. Er is een breder marktaanbod nodig en meer maatwerk voor agrariërs die wel willen investeren in preventie, maar onmogelijk nu al aan de gestelde eisen kunnen voldoen.”
Verbond lanceert portaal over verzekerbaarheid
Nadat het Verbond verzekerbaarheid eerder al als speerpunt voor de komende jaren benoemde, heeft het Verbond nu een themapagina over dit onderwerp gelanceerd. Hier is een overzicht terug te vinden van volgens het Verbond lastig verzekerbare risico’s en de stappen die men zet. Adfiz reageert daarop: “Hoewel er nog een aantal sectoren ontbreken in het overzicht zijn wij blij met deze eerste stap. Veel van de ondernomen stappen herkennen wij en aan de genoemde dialoogsessies hebben wij namens de adviseurssector deelgenomen. Tegelijkertijd ervaren klanten in de getroffen sectoren hier vandaag of morgen niet het verschil. Het wordt daarom ook tijd dat de op zichzelf nuttige verkenning van de oorzaken van onverzekerbaarheid worden opgevolgd door een concreet plan. Om ervoor te zorgen dat praktisch onverzekerbare sectoren zich kunnen verzekeren tegen fatsoenlijke premies en voorwaarden en daarbij keuze hebben uit een gezond marktaanbod.”
De Vereende hanteert met ingang van 1 augustus een nieuw tariefmodel voor WA-autoverzekeringen. Het gaat om de dekking voor personenauto’s en voor particulier gebruik van bestelauto’s. Doelstelling is vooral om de solidariteit tussen verzekerden meer tot uitdrukking te brengen in de premie.
Aanleiding voor de herziening is een uitgebreide analyse van de beschikbare data van de acceptatie- en schadegegevens, aldus de verzekeraar voor bijzondere risico’s. “Regio, gebruik van de auto, gewicht en vermogen van de auto en schadeverleden zijn daarbij cruciale factoren.” De achtergrond is dat klanten alleen bij de Vereende uitkomen als er elders in de markt geen dekking te vinden is. Bert Sonneveld, manager Marketing & Acceptatie: “Wij vinden het als vangnetverzekeraar dan ook passend binnen de maatschappelijke rol om bij het ontwikkelen van het tariefmodel, de solidariteit een belangrijke rol te laten spelen. Binnen die gedachte is weging van de premiebepalende factoren opnieuw bezien.”
Eigen schuld weegt zwaarder
De solidariteit komt onder meer tot uitdrukking in het zwaarder in de premie laten meewegen van een hoge mate van ‘eigen schuld’. “Een voorbeeld daarvan is dat de opslagen voor rijontzeggingen en fraudemeldingen zijn verhoogd.” Anderzijds geldt vanaf 1 augustus dat factoren waar een klant geen grip op heeft, veel minder sterk meewegen in het bepalen van de premie. Dat geldt bijvoorbeeld voor de leeftijd van de bestuurder. Een andere verandering is dat negatieve schadevrije jaren volgens de Vereende “zuiverder” worden toegekend. “Hiermee sluiten wij aan op marktstandaard voor het toekennen van schadevrije jaren. Deze toekenning is cruciaal om een goede terugkeer naar de reguliere verzekeringsmarkt mogelijk te maken, iets waar de Vereende zich actief voor inzet.”
Maximaal 7,5% meer premie
De consequenties voor de individuele premies zijn verschillend. “Doorrekening van het tarief op de bestaande portefeuille laat zien dat er premieverlagingen voorkomen, maar ook premieverhogingen.” Wie door de ‘eerlijker’ premiestelling meer moet gaan betalen, krijgt niet meteen de hoofdprijs voorgeschoteld. “De verhogingen voor bestaande klanten zijn afgetopt op maximaal 7,5%.” De Vereende laat weten dat de afgenomen mobiliteit vanwege de coronacrisis kan leiden tot een lagere schadelast, die ook zijn effect zal hebben op de tarieven. “De huidige situatie staat echter de structurele vernieuwing van het autotarief niet in de weg.”
De brandpremies voor bedrijfspanden met zonnepanelen schieten de laatste tijd de lucht in. Sommige Nederlandse verzekeraars durven dat risico zelfs helemaal niet meer aan. Wat kan de verzekeringsadviseur het best doen als een ondernemer bij hem aanklopt met de mededeling dat hij zijn bedrijfspand energieneutraal wil maken door zonnepanelen te laten installeren? Drie experts geven een antwoord.
Erik Dokter, manager verzekeringsbedrijf Univé
“Nu de eerste schadegevallen met zonnepanelen bekend zijn, maken sommige beursverzekeraars een terugtrekkende beweging. Univé verzekert alleen in het provinciaal kanaal, en ook daar niet de allergrootste risico’s. Maar ook wij kijken kritischer; we hebben onze acceptatierichtlijnen aangepast, maar de premie niet. We vragen in de meeste gevallen om een constructieberekening. Daarnaast adviseren we een opleveringskeuring te laten uitvoeren, zodat je zeker weet dat de installatie veilig is. Onze eigen risicodeskundigen letten bijvoorbeeld op de dakdoorvoer van kabels en of omvormers van zonnepanelen op een brandveilige plek zitten. We raden aan ook een gespecialiseerd bedrijf te laten meekijken. Vraag installateurs naar referentiepanden, probeer weg te blijven bij de cowboys.
Mijn belangrijkste advies: informeer de verzekeraar zo vroeg mogelijk. Als zonnepanelen een voornemen zijn, kunnen we nog samen kijken onder welke condities we het risico kunnen accepteren en advies geven over de installatie. Als ze eenmaal op het dak liggen en de panelen niet verzekerd kunnen worden, heb je een probleem. Er is een nieuwe keuringsnorm op komst (de zogenaamde Scios Scope 12). Ik verwacht dat verzekeraars die bij grotere installaties verplicht gaan stellen. Nu geldt: onbekend maakt onbemind. Als je het risico niet kunt inschatten, verzeker je het liever niet. Gelukkig wordt steeds meer bekend over zonnepanelen. Ik verwacht dat acceptatie daardoor gemakkelijker wordt.”
Stanley Dijkhuis, zakelijk adviseur Thoma Groep“
In geval van een dak met brandbare isolatie is het eerste dat je moet zeggen: zet het on hold. Vertel de ondernemer dat je contact gaat opnemen met de verzekeraar. Eigenlijk gaat hier nog een stap aan vooraf. Stuur een nieuwsbrief aan al je zakelijke klanten. De boodschap moet zijn: bezint eer ge begint. Maak duidelijk dat je niet zomaar zonnepanelen op je dak kunt leggen. Je hebt een groot probleem als je je klant niet waarschuwt en je ziet bij een volgend bezoek zonnepanelen liggen. Dat moet je dan kenbaar maken bij de verzekeraar. Doe je dat niet en ze komen er tijdens een inspectie achter, dan zijn de rapen gaar. Ik heb voor ondernemers een checklist gemaakt van een A4’tje. Je moet als adviseur materiaalkennis hebben. Dat vergt veel tijd. Er zijn weinig adviseurs die diepgaande kennis hebben van dakbedekking en isolatie en die ook nog eens de vertaalslag kunnen maken naar de verzekeraar. Dat gold ook voor mij. De meeste intermediairs zijn hier niet mee bezig. Volkomen begrijpelijk, want het was geen dagelijkse kost, maar je hebt deze kennis nu wel nodig. Bij bestaande bouw kun je in overleg met de betrokken verzekeraar, maar bij nieuwbouw is die er nog niet. Daar heb je als adviseur echt de grootste rol.”
Jurjen Burghgraef, risico-inspecteur Van Tiel & Partners
“Vooral voor grote panden met een verzekerd belang van meer dan 5 miljoen euro zorgen zonnepanelen voor problemen bij de verzekeraar. Tegelijkertijd biedt dit een kans voor ondernemers die hun pand willen verduurzamen. Leg er een moeilijk brandbare isolatie op plus zonnepanelen. Dan geeft hij misschien meer uit, maar over tientallen jaren gezien valt dat mee. Bij heel hoge verzekerde belangen moet de adviseur zich afvragen of het wijs is om aan zonnepanelen te beginnen. Er is momenteel weinig capaciteit in verzekeringsland. De keuze tussen energieneutraal of geen goede dekking is aan de ondernemer.
Wij of het intermediair kunnen verzekeraars niet dwingen een risico te verzekeren, die keuze is aan de verzekeraar. De adviseur moet wijzen op het belang van een constructieberekening. Laat die ook controleren en laat een keuringsbedrijf meekijken met de aanleg. We zien te vaak kabels die langs scherpe randen gaan of een bliksemafleider die onder de zonnepanelen ligt. De verzekeraar ziet dat ook. Als er dan ook nog eens een brandbare isolatie ligt, zegt hij nee. Het allerbelangrijkst is dat je als adviseur vroeg om tafel zit. Laat bovendien een derde meekijken. Trek op tijd aan de bel, bij een verzekeraar of een risico-inspecteur. Zij weten welke vragen de klant moet stellen aan zijn installateur.”