Geplaatst op: 11 maart 2016
De bewindsman zei eerder tegen NU.nl bereid te zijn de transitievergoeding, de oude ontslagvergoeding, na twee jaar ziekte bij ontslag te willen schrappen.
Vooral kleine werkgevers zouden hierdoor terughoudender zijn geworden met het in vaste dienst nemen van personeel omdat de kosten in sommige gevallen te hoog op kunnen lopen.
De wet moet zoals afgesproken in het sociaal akkoord uit 2013 werknemers eerder aan een vaste baan helpen en de toenemende flexibilisering op de arbeidsmarkt terugdringen. Maar volgens sommigen lijkt het tegenovergestelde te gebeuren.
“Als de transitievergoeding bij ziekte een probleem is voor werkgevers, gaan we ervan uit dat dat daar (in de Stichting van de Arbeid, red.) dan ook goed onderbouwd ter tafel komt binnen de kaders van de Wwz en het met werkgevers afgesloten sociaal akkoord”, aldus Heerts, die eveneens voorzitter is van de Stichting van de Arbeid.
Michaël van Straalen, voorzitter van werkgeversorganisatie MKB-Nederland, haalde eerder uit naar het nieuwe ontslagrecht, een onderdeel van de vorig jaar zomer ingevoerde Wet werk en zekerheid (Wwz). Ook partijen in de Tweede Kamer uitten eerder hun zorgen.
Van Straalen beloofde zijn punten in te brengen in de Stichting van de Arbeid, een overlegorgaan van werknemers en werkgevers.
Bouwend Nederland noemt de toezegging van Asscher om de transitievergoeding na twee jaar ziekte te willen schrappen “hooguit een pleister op de wond” en betitelt de Wwz voor veel ondernemers als onwerkbaar.
Onder andere de maatregel om het aantal tijdelijke contracten aan banden te leggen, deugt in de ogen van de organisatie niet. De regels lijken met name te strikt voor sectoren waar veel met seizoenswerkers wordt gewerkt, zoals de tuinbouw en de recreatiesector.
Werkgevers zouden dan werknemers in vaste dienst moeten nemen terwijl die feitelijk maar een paar maanden per jaar voor een bedrijf actief zijn.
Woensdag debatteert de Tweede Kamer met Asscher over de Wwz.